Antropologie
De (forensische) fysische antropologie bestaat uit het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek op skeletmateriaal. Dat kan een compleet skelet zijn, losse skeletdelen en/of botfragmenten. De fysische antropologie is ontstaan vanuit de archeologie en geneeskunde. De expertise is de afgelopen honderd jaar uitgegroeid tot een eigen specialisatie waarbij forensische fysische antropologie een subspecialisatie is die zich richt op relatief moderne skeletresten. De analyses specificeren zich op de identificatie van een individu en het zoeken naar sporen van geweldpleging. Het is mogelijk om in samenwerking met de forensische pathologie onderzoek te doen naar (vermoedelijke) menselijke resten waar nog weke delen bij aanwezig zijn in een (verre) staat van ontbinding.
Het toegepaste wetenschappelijk onderzoek naar skeletmateriaal bestaat uit acht hoofdonderwerpen;
- Bepaling of het skeletmateriaal menselijk is;
- Bepaling van het geslacht, eventueel met behulp van DNA-onderzoek;
- Schatting van de lengte bij leven;
- Schatting van de leeftijd van het individu;
- Schatting van de tijd die vergaan is sinds het intreden van de dood;
- Analyse verbrande menselijke resten;
- Pathologische analyse, hieronder vallen ziektebeelden, trauma’s en postmortale veranderingen die zich laten kenmerken door veranderingen aan het skelet;
- Schatting van de minimale en meest aannemelijke hoeveelheid individuen in een gecombineerd graf.
Mogelijke vraagstellingen:
- Betreft het menselijke botresten?
- Zijn er kenmerken aanwezig die duiden op een trauma, al dan niet met de dood tot gevolg?