Brandversnellende middelen
Na afloop van een brand is het belangrijk vast te stellen of er een technische oorzaak voor de brand is geweest of dat er mogelijk sprake is van brandstichting. Als het vermoeden bestaat dat de brand is aangestoken kan er een chemisch brandonderzoek worden uitgevoerd. Daarvoor moeten er brandresten, die mogelijk sporen van een brandversnellende middel bevatten, in een afsluitbare, luchtdichte verpakking worden veiliggesteld conform geldende procedures en door bevoegde instanties. Vervolgens wordt de brandmonster op het laboratorium onderzocht op de aanwezigheid van mogelijke brandversnellende middelen. Veelgebruikte brandversnellende middelen zijn benzine, wasbenzine, terpentine en dieselolie. Naast het chemisch brandonderzoek, is het ook mogelijk een vergelijkend benzine-onderzoek te laten uitvoeren. Met behulp van gaschromatografie wordt de samenstelling van de aangeboden monsters met elkaar vergeleken. Het onderzoek naar de aanwezigheid van een brandversnellend middel is een identificerend onderzoek. Dat wil zeggen dat het onderzoek zich uitsluitend richt op het aantonen en identificeren van een eventueel aanwezig brandversnellend middel. De analysetechnieken die worden gebruikt voor brandonderzoek zijn: gaschromatografie en massaspectrometrie.
Mogelijke vraagstellingen:
- Is er in de brandmonster een brandversnellend middel aanwezig? Zo ja, in welke productklasse valt dit brandversnellend middel?
- Vergelijk de twee aangeboden benzinemonsters met elkaar.